-
1 òðàõàòüñà ñèíîíèìû: ballen, batsen, bedriegen, beetnemen, bonken, coïteren, duwen, een beurt geven, een punt zetten, fleppen, foppen, geslachtsgemeenschap hebben, het doen, in-betweenen, joepen, kantelen, ketsen, kezen, kezen, kippenhokken, k
gener. bonkenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > òðàõàòüñà ñèíîíèìû: ballen, batsen, bedriegen, beetnemen, bonken, coïteren, duwen, een beurt geven, een punt zetten, fleppen, foppen, geslachtsgemeenschap hebben, het doen, in-betweenen, joepen, kantelen, ketsen, kezen, kezen, kippenhokken, k
-
2 òðàõàòüñà ñèíîíèìû: ballen, batsen, bedriegen, beetnemen, bonken, coïteren, duwen, een beurt geven, een punt zetten, fleppen, foppen, geslachtsgemeenschap hebben, het doen, in-betweenen, joepen, kantelen, ketsen, kezen, kezen, kippenhokken, k
gener. bonkenDutch-russian dictionary > òðàõàòüñà ñèíîíèìû: ballen, batsen, bedriegen, beetnemen, bonken, coïteren, duwen, een beurt geven, een punt zetten, fleppen, foppen, geslachtsgemeenschap hebben, het doen, in-betweenen, joepen, kantelen, ketsen, kezen, kezen, kippenhokken, k
-
3 basculer
basculer [baaskuulee]1 kantelen ⇒ omslaan, (om)tuimelen2 omslaan ⇒ kenteren, overgaan, omzwaaien♦voorbeelden:basculer du côté de qn. • iemands partij kiezenfaire basculer du côté de qn. • naar iemands zijde doen omzwaaienII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (om) doen kantelen ⇒ omkiepen, doen omslaan3 verplaatsen ⇒ verleggen, overbrengen♦voorbeelden:v1) kantelen, omslaan2) omkiepen, doen omslaan3) omschakelen [media]4) verplaatsen, overbrengen -
4 kippen
kippenI 〈onovergankelijk werkwoord; sein〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (doen) kantelen, (doen) kiepen2 uitgooien, (uit)kieperen♦voorbeelden:1 einen Schrank kippen • een kast kantelen, op haar kant zetten -
5 chavirer
chavirer [sĵaavieree]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen kantelen ⇒ omgooien, omkerenv1) (om)draaien2) kapseizen [schip]4) omgooien, omkeren -
6 tip
n. tip, fooi; kant, punt, top; wenk; helling--------v. kieperen, kantelen; omkantelen, omver vallentip1[ tip] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 fooi5 tip ⇒ wenk, raad♦voorbeelden:————————tip2〈 tipped〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 van een tip/punt voorzien6 aantikken ⇒ eventjes aanraken, (aans)tippen♦voorbeelden:2 tip something up • iets schuin/op zijn kant houden8 I'm tipping Andrew as the next president • ik denk dat Andrew kans heeft de volgende voorzitter te worden→ tip off tip off/ -
7 cant
n. hypocriet geleuter; dialect; neiging; plotselinge beweging--------v. schuinte, helling, kantingcant1[ kænt]♦voorbeelden:2 quasi vrome taal ⇒ huicheltaal, schijnheilige praat————————cant21 (over)hellen ⇒ schuin liggen/staan4 quasi vrome taal bezigen ⇒ huichelen, schijnheilig praten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
8 tilt
n. daling; buiging; aanslag; aanval; steekspel (tussen twee ridders); gevecht tussen twee ridders te paard die elkaar van het paard moeten werpen met een lans schuine stand; steekspel--------v. overhellen, scheef/schuin/op zijn kant staan; hellen veroorzaken; een wedstrijd houden in steekspeltilt1[ tilt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:→ full full/————————tilt21 scheef/schuin/op zijn kant staan ⇒ (over)hellen2 op en neer gaan ⇒ wiegelen, schommelen♦voorbeelden:1 tilt over • wippen, kantelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 scheef/schuin houden/zetten ⇒ doen (over)hellen, kantelen -
9 topple
v. omvallen; sterk dalen (v. koers enz.); doen omvallen, omverwerpen[ topl]♦voorbeelden:topple from power • ten val komen/gebracht wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 bonken
стучать; перерабатывать низшие сорта торфа* * *гл.1) общ. перерабатывать низшие сорта торфа, стучать (op- обо что-л., по чему-л.), òðàõàòüñà ñèíîíèìû: ballen, batsen, bedriegen, beetnemen, bonken, coïteren, duwen, een beurt geven, een punt zetten, fleppen, foppen, geslachtsgemeenschap hebben, het doen, in-betweenen, joepen, kantelen, ketsen, kezen, kezen, kippenhokken, k, удариться (op - об)2) вульг. заниматься сексом -
11 kiepen
♦voorbeelden:1 het glas is van de tafel gekiept • the glass toppled/tumbled off the tableII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [neergooien] dump♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский